Op 15 mei 2021 verloren ouders hun dochter door een misdrijf. Enkele weken later overleed de verdachte van dat misdrijf door suïcide in detentie. De ouders startten daarop een procedure tegen de Staat: volgens hen had justitie onvoldoende maatregelen genomen om het overlijden van de verdachte te voorkomen.
De rechtbank heeft hierover onlangs een uitspraak gedaan. Deze uitspraak is niet alleen juridisch interessant, maar raakt ook aan een belangrijk vraagstuk: hoe ver reikt de zorgplicht van de Staat tegenover gedetineerden – en wat betekent dit voor nabestaanden van slachtoffers?
Achtergrond van de zaak: suïcide van een verdachte tijdens detentie
De verdachte – de partner van het slachtoffer – werd na zijn aanhouding opgenomen in het ziekenhuis met snijwonden na een eerdere suïcidepoging. Enkele weken later pleegde hij in detentie opnieuw suïcide, met een scheermesje dat tot de standaardinventaris van zijn cel behoorde.
De ouders van het slachtoffer voelden zich hierdoor dubbel getroffen. Door het overlijden van de verdachte kwam het niet meer tot een strafzaak. Dat betekende dat zij zich niet als benadeelde partij konden voegen en geen schadevergoeding konden vragen voor hun verlies en verdriet.
Zij stelden daarom de Staat aansprakelijk. Volgens hen was er sprake van een schending van de zorgplicht, omdat de autoriteiten hadden moeten voorzien dat de verdachte opnieuw suïcide kon plegen.
Juridische beoordeling: heeft de Staat zijn zorgplicht geschonden?
De uitspraak maakt duidelijk dat de aansprakelijkheid van de Staat bij suïcide in detentie beperkt is.
Alleen als de Staat aantoonbaar tekortschiet in de zorg voor de gedetineerde zelf – bijvoorbeeld door signalen te negeren of noodzakelijke maatregelen achterwege te laten – kan er sprake zijn van aansprakelijkheid.
Dat nabestaanden door een dergelijke gebeurtenis geen schadevergoeding meer kunnen vragen via het strafproces, hoe schrijnend ook, vormt op zichzelf geen grond voor aansprakelijkheid van de Staat.
De menselijke kant: recht versus een rechtvaardig gevoel
Voor nabestaanden is het strafproces vaak een belangrijk moment van erkenning en afsluiting. Wanneer dat proces wegvalt, blijft er vaak een gevoel van onrecht over. De rechtbank benadrukt echter dat het civiele aansprakelijkheidsrecht grenzen kent: niet elk verlies, hoe ingrijpend ook, kan juridisch worden verhaald.
Deze uitspraak laat zien dat recht en een rechtvaardig gevoel niet altijd samenvallen – maar dat het belangrijk blijft om zorgvuldig te onderzoeken welke mogelijkheden er wél zijn voor erkenning en compensatie.
Hulp van een letselschade advocaat bij overlijdensschade
Bent u nabestaande van een slachtoffer van een misdrijf of ongeval? Onze advocaten helpen u met het verhalen van overlijdensschade, affectieschade en shockschade. Wij begeleiden u stap voor stap, zowel in het strafrechtelijke traject als bij een civiele schadeclaim.
Neem vrijblijvend contact op met Boeij Letselschade Advocatuur. Wij luisteren naar uw verhaal en zorgen dat uw rechten als nabestaande worden behartigd – met aandacht, deskundigheid en begrip.


