De Letselschade Raad

De Letselschade Raad is een netwerkorganisatie van, voor en door de aangesloten organisaties en professionals. Binnen De Letselschade Raad werken organisaties, zoals het Verbond van Verzekeraars en Slachtofferhulp Nederland, samen aan verbetering van de afhandeling van letselschadezaken.

Richtlijnen met normbedragen

De Letselschade Raad ontwikkelt onder meer richtlijnen en gedragscodes (zoals de Gedragscode Behandeling Letselschadezaken) om letselschadezaken beter en sneller af te kunnen wikkelen. De Letselschade Richtlijnen voorzien in een standaard manier om schadeposten vast te stellen. Ze dragen bij aan duidelijkheid, voorspelbaarheid en transparantie bij de schaderegeling. Ieder jaar worden de normbedragen uit de richtlijnen opnieuw onder de loep genomen en zo nodig geïndexeerd. Hierna volgt een overzicht van de normbedragen van 2024.

Letselschade bedragen 2024 Boeij Letselschade door mr. Stijn Kerkhof

De Richtlijn Huishoudelijke Hulp geeft handvatten voor de vergoeding van huishoudelijke hulp die nodig is na een ongeval of medisch incident.

In het kader van de Richtlijn wordt onder huishoudelijke hulp verstaan de huishoudelijke ondersteuning door derden voor het verrichten van diverse activiteiten in huis. Denk aan schoonmaakwerkzaamheden, koken, boodschappen doen, verzorging van (kleine) kinderen en dergelijke.

Buiten het kader van deze richtlijn vallen klussen in en om huis en werkzaamheden in de tuin. Deze zijn opgenomen in De Letselschade Richtlijn Zelfwerkzaamheid.

Afbakening van de richtlijn:

  • Het gaat om mantelzorg ofwel zorg door familie (bijvoorbeeld echtgenoot/partner, thuiswonende minderjarige en meerderjarige kinderen), vrienden, kennissen, etc.

  • Het gaat om hulp in de huishouding voor werkzaamheden die vóór het ongeval door het slachtoffer werden verricht.

  • De normbedragen volgens de tabel gelden gedurende een periode van drie maanden. Bij continuering van de mantelzorg geldt voor de daaropvolgende drie maanden een uurtarief van € 11,50. Het staat partijen vrij om in onderling overleg te beslissen de normbedragen volgens de tabel ook gedurende deze periode toe te passen. Nadat de tweede termijn is verlopen (zes maanden na het ongeval) betaalt de verzekeraar een redelijke vergoeding.

  • De richtlijn ziet niet op verzorgende en verplegende taken.

  • Onder de richtlijn vallen alle huishoudelijke taken, zoals beschreven in de definitie van huishoudelijke hulp. De kosten van professionele kinderopvang vallen niet onder deze richtlijn.

  • De richtlijn laat de schadebeperkingsplicht van de benadeelde onverlet.

Normbedragen per 1 januari 2024

In een tabel zien de nieuwe normbedragen (per week) voor de eerste dertien weken (drie maanden) na een ongeval of medisch incident er zo uit:

Licht tot matig beperkt Zwaar beperkt
Alleenstaande €  82,- €  165,-
Tweepersoonshuishouden €  109,- €  218,-
Gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar €  205,- €  410,-
Gezin met inwonende kinderen ouder dan 5 jaar €  177,- €  354,-
Uurtarief na de eerste 13 weken: € 11,50

Reiskosten in verband met letselschade komen voor vergoeding in aanmerking. De Letselschade Richtlijn Kilometervergoeding geeft een normbedrag per kilometer. Het normbedrag in de Richtlijn Kilometervergoeding is per 1 januari 2024 net als in 2023 € 0,33.

Het gaat om de volgende reiskosten per auto:

  • Reiskosten van gezins- en naaste familieleden voor het bezoeken van het slachtoffer in het ziekenhuis en bij tijdelijk verblijf in een revalidatiecentrum.

  • Reiskosten van het slachtoffer voor bezoeken aan artsen, fysiotherapeuten en andere beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de medische behandeling, alsmede voor bezoeken aan een Bureau Slachtofferhulp en andere belangenbehartigers.

De Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding gaat over de vergoeding van diverse kosten van een tijdelijk verblijf in een ziekenhuis of revalidatiecentrum als gevolg van een ongeval, medisch incident of misdrijf.

Gekozen is voor een vast bedrag van € 35,00 per dag bij opname in een ziekenhuis. De vergoeding voor een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening bedraagt € 18,00 per dag. Het gaat daarbij om een tijdelijke opname in een revalidatiecentrum, een verpleeginrichting of een sanatorium.

Deze Richtlijn voorziet in een berekeningsmethode en normbedragen voor het verrichten van werkzaamheden in de privésfeer in, aan of rond de woning.

In de Richtlijn Zelfwerkzaamheid gaat om werkzaamheden in, aan en rond de woning die ook tegen betaling door anderen (vakmensen) kunnen worden verricht. Denk bijvoorbeeld aan tuinonderhoud, schilderen en behangen.

Normbedragen 2024

Richtlijn Zelfwerkzaamheid 2024 Boeij Letselschade Advocatuur

Bovenstaande normbedragen zijn gebaseerd op de technische rekenvoorbeelden voor schilderwerk en tuinonderhoud, waarbij is uitgegaan van een twee-onder-een-kapwoning of hoekwoning.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de kosten van onderhoud voor een viertal woningtypen:

Woningtype Omrekenfactor
Vrijstaande woning 1,3
Twee-onder-een-kapwoning of hoekwoning 1
Rijtjeshuis 0,8
Flat of appartement 0,7

Vaststelling van de schadevergoeding

  • 1

    Er dient rekening te worden gehouden met de mate waarin de benadeelde vóór het ongeval een aandeel had in de onderhoudswerkzaamheden. Dit aandeel wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 0, 25, 50, 75 of 100%.

  • 2

    Er dient rekening te worden gehouden met de mate waarin het vermogen tot zelfwerkzaamheid beperkt is. De mate van beperking wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 0, 25, 50, 75 of 100%. Dit percentage is maatgevend voor de uiteindelijke schadevergoeding per jaar.

  • 3

    De schadevergoeding ter zake verlies van zelfwerkzaamheid wordt vastgesteld volgens de navolgende formule: normbedrag x omrekenfactor x aandeel (vóór het ongeval) x mate van beperking.

  • 4

    Voor de vaststelling van de looptijd van de toekomstige schade wordt uitgegaan van een eindleeftijd van 70 jaar. Voor de kapitalisatie van de toekomstige schade wordt uitgegaan van de dan geldende rekenrente (inclusief sterftekanscorrectie).

  • 5

    Voor zover er ter zake van de woning, tuin of persoon van het slachtoffer in relatie tot zelfwerkzaamheid sprake is van bijzondere omstandigheden die zich niet lenen voor een genormeerde vergoeding, moet de schade concreet worden vastgesteld.

De Richtlijn is opgesteld om te zorgen voor een efficiënte en slachtoffervriendelijke afwikkeling van schades met licht letsel.

De Letselschade Richtlijn Licht Letsel inclusief Smartengeld is in het bijzonder nuttig voor slachtoffers die zich niet laten bijstaan door een belangenbehartiger. De richtlijn bevat enkele duidelijke definities en voorziet in toereikende voorschotten voor het slachtoffer.

Belangrijk is dat de verzekeraar van het slachtoffer geen finale kwijting verlangt.

Smartengeld bij licht letsel

Het smartengeld wordt in Nederland naar redelijkheid en billijkheid bepaald. Daaraan ligt geen rekenkundige formule ten grondslag. Bijzondere persoonlijke omstandigheden van het slachtoffer worden in de regel meegewogen; die lenen zich vanzelfsprekend niet voor een strikte normering.

Een zekere normerende werking gaat uit van de in Nederland voor smartengeld ontwikkelde jurisprudentie. Mede op basis daarvan zijn de indicaties gegeven in deze richtlijn:

  • Tot € 1.025,- bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee maanden. Denk hierbij onder meer aan schaafwonden, kneuzingen, eerstegraads brandwonden en beperkte, niet-ontsierende littekens.
  • Van € 675,- tot € 2.025,- bij letsel waarvoor een korte medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee tot vier maanden. Denk onder meer aan (lichte) hersenschudding of whiplash met restloos herstel, forse verzwikking of verstuiking, een gebroken rib en enkele dagen arbeidsongeschiktheid.
  • Van € 1.350,- tot € 2.500,- bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte, niet-ontsierende littekens na), waarvoor medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden. Denk hierbij onder meer aan gevallen van korte ziekenhuisopname, bij ‘eenvoudige’ botbreuken, indien sprake is van een aantal weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid.

(Onder arbeidsongeschikt wordt tevens verstaan het niet of niet volledig kunnen uitvoeren van taken, bijvoorbeeld in de huishouding.)

De richtlijn voorziet in normbedragen voor schadevergoeding indien een ongeval, medisch incident of misdrijf leidt tot studievertraging.

Onder schade wegens studievertraging wordt verstaan de schade die optreedt doordat een benadeelde later op de arbeidsmarkt actief zal zijn, indien de opleiding door een ongeval is onderbroken.

Categorie-indeling en netto normbedragen voor schade wegens studievertraging op basis van één jaar studievertraging in 2024:

Categorie Normbedrag
basisschool €  7.225,-
vmbo en lbo € 16.650,-
havo, mbo, vwo € 20.275,-
hbo en wo € 24.600,-

Wil je alle richtlijnen met normbedragen van voorgaande jaren zien? Download dan het historisch overzicht op de website van De Letselschade Raad.

Heb je vragen over de toepassing van deze Richtlijnen? Neem dan geheel vrijblijvend en kosteloos contact op met mr. Stijn Kerkhof, LSA advocaat.